Beschrijving | In een anterieure overeenkomst spreekt de overheid (gemeente of provincie) met een ontwikkelaar af dat hij investeert in de ruimtelijke kwaliteit in de omgeving van een windpark, om zo het verlies van omgevingskwaliteit – door het windpark – te compenseren. De investering kan van financiële aard zijn (bijvoorbeeld: een storting in een omgevings- of gebiedsfonds) of van feitelijke aard (bijvoorbeeld: de aanleg van een groenvoorziening). In ruil daarvoor heeft de overheid een inspanningsverplichting voor het planologisch inpassen van het windpark. Een anterieure overeenkomst komt tot stand voordat het bestemmings- of inpassingsplan wordt vastgesteld maar nadat de overheid een structuurvisie heeft vastgesteld (dat laatste is wettelijk vereist). In die structuurvisie moet zowel het windpark als de investering in de omgeving worden onderbouwd. Nakoming van een anterieure overeenkomst kan bij de (civiele) rechter worden afgedwongen. Een anterieure overeenkomst wordt gesloten als de overheid geen grondeigenaar is. Indien de overheid wel grondeigenaar is, zal een bijdrage aan de omgeving worden ondergebracht in de gronduitgifteprijs. Uit de wet volgt dat de overheid en de ontwikkelaar partij zijn bij een anterieure overeenkomst. De omgeving kan geen directe partij zijn bij een anterieure overeenkomst. De omgeving kan wel begunstigde zijn, omdat er geld vrijkomt voor investeringen in de omgevingskwaliteit. |
Aandachtspunten |
|
Wetgeving | Art. 6.24 lid 1 onder a Wet ruimtelijke ordening |