fases col2
fases col3
fases col4
fases col5
fases col6
Beschrijving Een beleidsplan en/of structuurvisie kan een eerste stap zijn in het ruimtelijke ordeningsproces, voorafgaand aan een bestemmingsplanwijziging of omgevingsvergunning.
Een beleidsplan en/of structuurvisie is niet verplicht voorafgaand aan vergunningverlening (tenzij in een anterieure overeenkomst of grondexploitatieplan bijdragen verplicht worden, zie het instrument Anterieure overeenkomst).
Ook is een beleidsplan en/of structuurvisie geschikt om de verschillende potentiële locaties in kaart te brengen en de omgeving te betrekken (door middel van ontwerpateliers, inspraak, planMER, advisering klankbordgroep/adviesgroep) bij de uiteindelijke locatiekeuze.
Een beleidsplan en/of structuurvisie schept nog geen externe verplichtingen, maar legt het beleid van de gemeente of provincie vast, inclusief een voorkeurslocatie voor een windpark. Op dit plan kan inspraak plaatsvinden.
In een beleidsplan en/of structuurvisie worden omgevingskenmerken in kaart gebracht, zoals:
  • Bebouwing (woningen, industrie, etc.) en Infrastructuur (verkeer, water- en spoorwegen) en buisleidingen en hoogspanningskabels
  • De implicaties van het Activiteitenbesluit of de Activiteitenregeling (geluid, slagschaduw, plaatsgebonden risico’s).
  • Potentiële impact op EHS of natuurgebieden (Natura 2000).
  • Potentiële impact op de omgeving, de compensatie en wensen met betrekking tot participatie.
Aandachtspunten
  • Politieke klimaatdoelstellingen worden geconcretiseerd en tastbaar.
  • Betrekken van de omgeving bij het vaststellen van beleid creëert medeverantwoordelijkheid bij de uitvoering van dat beleid.
  • Transparant proces om tot een klimaat/windbeleid te komen creëert duidelijkheid en rechtvaardigt de gemaakte keuzes.
  • Gemeente heeft niet altijd alle vrijheid om zelf een klimaatbeleid (bottom-up) te ontwikkelen en vast te stellen, in verband met provinciale en nationale doelstellingen en beperkingen.
  • Beleid en wensen van de gemeente kunnen afwijken van de wensen van de omgeving.
  • Het beste is om de omgeving van te voren (informeel) te betrekken bij het opstellen van een beleidsplan/structuurvisie en het niet aan te laten komen op het bijstellen van het plan naar aanleiding van (formele) inspraak. Als een plan goed is voorbereid, zou de formele inspraak geen nieuwe inzichten meer op moeten leveren.
Wetgeving Gemeentelijke structuurvisie: art. 2.1 Wro. Inspraakmogelijkheden op grond van art. 150 Gemeentewet. Provinciale structuurvisie: art. 2.2 Wro Geen directe rechterlijke toetsing. Indirecte rechterlijke toetsing mogelijk bij bestemmingsplan of (omgevings)vergunning.
Voorbeeld Windvisie Amsterdam, beleidsdocument dat op basis van een planMER een aantal mogelijke windlocaties in de stad Amsterdam aangeeft. Officieel document dat ter inzage heeft gelegen. Zie: http://www.amsterdam.nl/wonen-leefomgeving/klimaat-energie/windenergie-0/