Beschrijving | Voor windparken gelden op grond van het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling algemene milieuregels, in het bijzonder op het vlak van geluidhinder, slagschaduw en hinder door lichtschittering. Vanwege het algemene karakter van deze regels, zijn die regels niet voor alle situaties toereikend. Daarom kunnen maatwerkvoorschriften worden opgelegd, mits een milieuhygiënische reden bestaat (boven hetgeen het uitgangspunt is in de normstelling voor windturbines krachtens het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling). Een maatwerkvoorschrift kan bijvoorbeeld worden opgelegd als de geluidsproductie van verschillende windturbines samen leidt tot een hogere geluidsbelasting op de gevels van gevoelige gebouwen dan wenselijk is. In dat geval kan het bevoegd gezag voor één of meer windturbines normen met een lagere waarde voorschrijven. Het bevoegd gezag kan op grond van art. 3.14a lid 3 van het Activiteitenbesluit in een concreet geval een andere geluidsnorm voorschrijven, indien bijzondere lokale omstandigheden daartoe aanleiding geven. Daarnaast regelt de Activiteitenregeling in de artt. 3.12 en 3.13 de bevoegdheid tot het opleggen van strengere eisen wat betreft slagschaduw en lichtschittering. Maatwerkvoorschriften kunnen ingezet worden als participatie-instrument, omdat de omgeving om afwijkende normen kan vragen bij het bevoegd gezag en de ontwikkelaar. Hierover kan – bijvoorbeeld tijdens een werkatelier – afstemming met de ontwikkelaar plaatsvinden. |
Aandachtspunten |
|
Wetgeving | Art. 3.14a lid 2 en 3 van het Activiteitenbesluit en artt. 3.12 lid 2 en 3.13 lid 2 van de Activiteitenregeling |